Kasteel van Praag Bezienswaardigheden
De ene bezienswaardigheid die zonder uitzondering op ieders lijst moet staan, onafhankelijk van hoe weinig tijd u heeft in Praag is zonder twijfel het Kasteel van Praag. Dit gebouw is meer dan alleen een kasteel, het is ook een netwerk van omliggende gebouwen en prachtige binnenplaatsen.
Het Paleis van de Aartsbisschop. Rechts van de poort van het Kasteel van Praag, Barok is stijl met een licht geel Rococo gevel. In het midden van deze gevel bevindt zich het wapenschild van een aartsbisschop. Binnen zijn de interieurs prachtig, maar in het bijzonder in de kapel en de galerie. Het paleis wordt vandaag de dag nog steeds gebruikt door de Aartsbisschop van Praag.
De eerste binnenplaats is gemakkelijk toegankelijk via het Hradcany Plein. Maar dit was niet altijd het geval gezien op een gegeven moment de binnenplaats gescheiden was door een gracht en alleen toegankelijk was doormiddel van een ophaalbrug. Deze natuurlijke gracht was slechts één van de drie grachten die oorspronkelijk het kasteel beschermde. U kunt deze binnenplaats betreden door midel van een hek, versierd met standbeelden van Vechtende Reuzen en bewaakt door twee kasteelwachten. Deze binnenplaats is ook geheel ingesloten door gebouwen. U kunt deze binnenplaats verlaten en de tweede betreden via de Matthias Poort welke de originele toegang tot het kasteel zelf was. Wanneer u door deze poort loopt, vindt u daar een trap die naar de representatieve ruimtes van het kasteel leidt die nu gebruikt worden door de Tsjechische president.
De tweede binnenplaats werd oorspronkelijk aangelegd in de 16e eeuw op een dichtgegooide gracht. Hier vinden bezoekers de Kohl’s Fontein samen met de St. Cross Kapel. Het grootste gedeelte van het noordelijke deel van de binnenplaats werd ontwikkeld door Keizer Rudolf II. Gezien Rudolf een groot kunstliefhebber was gebruikte hij de stallen hier om veel van zijn kunst te bewaren door boven de stallen een tweede verdieping te maken met Renaissance hallen waaronder de Spaanse zaal en de Galerie. Vandaag de dag bevindt de Kunst Galerie van het Kasteel van Praag zich in wat vroeger de stallen waren en huist een klein gedeelte van de kunstverzameling van Rudolf. Toen de galerie gerenoveerd werd, kwamen werklieden de overblijfselen van de eerste kerk van het kasteel tegen die was gewijd aan de Maagd Maria. Daterend uit de 9e eeuw, was deze kerk slechts de tweede Katholieke Kerk in Tsjechië.
Toegang tot de derde binnenplaats krijgt u via een doorgang in de oostvleugel. Deze gehele binnenplaats werd in de jaren 20 bestraat en bedekt nu de overblijfselen van de originele middeleeuwse bouwwerken zoals een kerk en een begraafplaats. De belangrijkste eigenschap hier is bij de Kathedraal van St. Vitus, bekend als de grootste Christelijke kerk in Praag en de laatste rustplaats van verschillende koningen alsmede het thuis van de kroonjuwelen.
Kasteel van Praag Kunstgalerie. Gelegen aan de kant van de oude stallen in de tweede binnenplaats, de Kunstgalerie bevat vandaag de dag een gedeelte van de kunstverzameling van Rudolf II. De galerie zelf werd in 1965 opgezet en huist slechts een klein deel van wat ooit een collectie van ruim 30.000 kunststukken was. Bekend als een hoog opgeleide man, omringde Rudolf zichzelf met de slimste mensen uit zijn tijd waaronder beeldhouwers, schilders, ambachtslieden, alchemisten, doctoren en astronomen. Met zulke brede interesses verzamelde de keizer naast kunst ook artefacten zoals mineralen, klokken, meetapparatuur, mechanisch speelgoed, knuffeldieren, boeken, goud en nog veel meer. Zijn verzameling kostbare stenen werd niet alleen gezien als een van de kostbaarste op dat moment, ook zijn kunstverzameling was van dat niveau. Veel bekende personen werkte onder Rudolf, waaronder kunstenaars als Raffael, Cranach en Tintoretto. Maar ook anderen zoals astronomen als Tychon de Brahe en Jan Kepler. Rudolf hield zo van kennis dat hij deel nam aan experimenten en raakte vaak zo betrokken dat hij vergat zijn land te regeren. Een resultaat hiervan was de Dertigjarige Oorlog welke in 1648 begon en Rudolf een groot deel van zijn verzameling kostte toen deze gestolen werd door Zweedse troepen. Maar er waren nog genoeg noemenswaardige voorwerpen te zien, zoals Tintoretto’s De Geseling van Christus en Ruben’s Vergadering van de Olympische Goden. Er worden ook werken van vele anderen tentoon gesteld.
De Spaanse Zaal is ook een beroemde plek in het Kasteel van Praag. Gebouwd door Rudolf II, de eerste verdieping was ooit de grootste seculiere kamer in het kasteel. Rudolf liet hem bouwen om zijn standbeelden collectie te huisvesten, maar vandaag de dag wordt hij gebruikt als een verzamelruimte voor zowel politieke als sociale evenementen. Het interieur van de Spaanse Zaal dateert uit de 17e eeuw en heeft in de loop der tijd verschillende renovaties ondergaan.
Het Koninklijk Paleis. Gelegen ten zuiden van de Kathedraal van St. Vitus, is het Koninklijke Paleis een van de de oudste bouwwerken van het Kasteel van Praag. Gedurende de jaren is het de locatie van verschillende historische gebeurtenissen geweest. In 1618 vond bijvoorbeeld de zogenaamde Praagse Defenestratie hier plaats alsmede ook de ter dood veroordeling van 27 anti-Habsburgse rebellen in 1621. Dit paleis werd niet in één keer in zijn geheel gemaakt, maar verdeeld over verschillende eeuwen in drie hoofdfasen. Het gebouw dat er nu staat ook gebouwd op een 11e eeuws Romaans paleis dat nu de kelder van het huidige paleis vormt. De meest significante constructie vond plaats tegen het einde van de 15e eeuw toen architecten de eerdere ruimtes verbonden en er één grote ruimte van maakt.
Vladislav Hall is ook een belangrijk deel van het Kasteel van Praag en wordt vandaag de dag gebruikt voor belangrijke staatsaangelegenheden. Het is gemaakt in twee duidelijk verschillende architectonische stijlen met Renaissance raampartijen en ingangen, maar met een Gotisch plafond. Deze zaal heette vroeger de Grote Troonzaal en werd over het algemeen gebruikt voor speciale aangelegenheden zoals kroningen, feesten en zelfs steekspel toernooien. Toen Rudolf II keizer was werd het gebruikt als een kunstmarkt.
De Basiliek van St. George is nog steeds de best bewaarde Romaanse gebedsplaats in de stad. Hoewel de basiliek prachtig is om te zien bevat hij ook een kleine smet. Dat is dat de twee torenspitzen niet dezelfde verhouding hebben. Adam, of de zuidelijke torenspits, is groter dan de slankere noordelijke torenspits, genaamd Eva. Binnen in de basiliek bevinden zich de laatste rustplaatsen van verschillende Tsjechische edelen waaronder twee prinsen wiens graven terug gaan naar de 10e en 11e eeuwen. Er bevinden zich hier ook verschillende Romaanse muurschilderingen alsmede ook een Gotisch standbeeld van de Maagd Maria en Christus. Het gewelf draagt de Romaanse fresco’s uit het midden van de 13e eeuw. Het klooster van St. George was op een gegeven moment een centrum van wetenschappelijk onderzoek en huisde een kamer waar manuscripten werden gekopieerd. Dit klooster was op een gegeven moment zelfs zo belangrijk dat de abdis het recht had naast de aartsbisschop Tsjechische koninginnen te kronen. Vandaag de dag wordt het gebruikt om de kunstverzameling uit verschillende periode’s van de Nationale Galerie te huizen. Die kunstverzamelingen zijn geordend in chronologische volgorde waarbij de begane grond kunst uit de 14e eeuw huist, de eerste verdieping heeft kunst uit de 15e en 16e eeuwen en de tweede verdieping huist maniërisme en barokke werken.
Gelegen achter het Klooster van St. George is de Gouden Laan. Deze dankt haar naam aan de goudsmeden die hier in de 17e eeuw woonden. De omgeving is niet alleen schilderachtig, maar het is ook omgeven door mythen en legenden. Veel van de legendes gaan over de alchemisten die probeerden een steen der wijsheid te maken, welke gewone metalen in goud zou veranderen en hun eigenaars tegelijkertijd onsterfelijk zouden maken. Één alchimist in het bijzonder zorgde voor deze legenden. Mr. Uhde woonde op de Gouden Laan rond 1830 en stond bekend als een beetje gek. Hij droeg een lange zwarte jas en had een lange witte baard. Hij was constant bezig met het ontwikkelen van een steen der wijsheid en op een nacht ontstond er in zijn lab een explosie welke een brand veroorzaakte. De professor kreeg een beroerte en stierf met een glimlach terwijl een klompje puur goud vast had. In de volgende jaren trok de Gouden Laan de armen aan en werd de naam Gouden meer ironisch dan wat anders. Er werd gezegd dat er in die tijd slechts een enkel toilet was en er een open riool door het midden van de laan liep. Het was rond het begin van de 19e eeuw dat de Gouden Laan werd gerenoveerd en verschillende beroemde schrijvers hier gingen wonen, onder wie Franz Kafka en de Nobelprijs winnende dichter Jaroslav Seifert.
Gelegen naast de meest oostelijke poort van het Kasteel van Praag, het Lobkovicz Paleis werd gebouwd na een brand in 1541. Maar het dankt haar hedendaagse uiterlijk aan de 17e eeuw toen het herbouwd werd voor de Lobkovicz familie. De feestzaal is de grootste en beschikt nog steeds over mythologische schilderijen uit de 17e eeuw. Aan de andere kant van het paleis bevind zich de Zwarte Toren weke een oorspronkelijk deel van de vestingwerken was en later veranderd werd in een gevangenis voor schuldenaars.
De Ledeburg, Furstenberg en Palffy Tuinen. Deze tuinen bevinden zich op plekken die op een gegeven moment wijngaarden geweest zijn, maar in de 16e eeuw begon de adel dezelfde grond te gebruiken voor tuinen met terrassen. Deze drie tuinen werden toen samengevoegd om een enkele grote tuin te creëren. Aangelegd in 1784, de Furstenberg Tuin was versierd met standbeelden en klassieke vazen. De Palffy Tuin bevat nog steeds een zonnewijzer die bovenaan de trap geschilderd is. De Ledenburg Tuin is thuis aan een prachtig sala terrena en is toegankelijk via het Palffy Paleis en zijn zeker een bezoek waard.
Het Wallenstein Paleis. Gelegen tegenover het Ledeburg Paleis, was dit een van de eerste barokke gebouwen in Praag. Het werd gebouwd door Albrecht von Wallenstein als een privé verblijf. Wallentein kwam naar de voorgrond tijdens de Dertigjarige Oorlog toen hij zich aansloot bij de koning en bezit nam van de eigendommen van verslagen Tsjechische adel. In werkelijkheid wisselde Wallenstein vele keren van kant tijdens de oorlog, maar hij bleef zijn vastgoed gedurende de hele tijd uitbouwen. Aan zijn geluk kwam uiteindelijk een einde toen hij in 1634 vermoord werd toen hij een manier aan het bedenken was om de keizerlijke kroon weg te nemen van de Habsburgers. Maar zijn paleis staat tot de dag van vandaag nog overeind. De voorgevel is simpel en beschikt zowel over Renaissance als barokke tinten. De hoofdzaal is het hoogtepunt van het kasteel en is twee verdiepingen hoog en versierd met stucwerk en plafondwerk dat Wallenstein afbeeld als de god Mars. Naast het hoofdgebouw bevindt zich een tuin en park samen met een door mensen aangelegde druipsteengrot.